“In Ecodorp Boekel willen we niet op één vlak, maar op zo veel mogelijk vlakken ecologisch verantwoord bezig zijn”, zegt initiatiefnemer Ad Vlems. Die brede aanpak zorgde ervoor dat hij onlangs op het Duurzaam Gebouwd Congres met de jury- en publieksprijs naar huis mocht gaan. Ecodorp Boekel, dat nog in aanbouw is, mag zich hiermee nu al de Meest Duurzame Organisatie van Nederland noemen. Het Brabantse ecodorp bouwt drie wooncirkels met daarop 36 huurwoningen met materialen als hennep, glasschuim en duurzaam beton.
Tekst: Rosanne de Boer, foto’s: Rosanne de Boer, Ecodorp Boekel
‘Qua duurzame ambitie lijken we straks hopelijk op dit Portugese ecodorp’
De ene bewoner staat met een verfkwast in de hand, terwijl de ander zijn woning al aan het inrichten is. Na jaren van vergaderen en bouwen, kan het wonen beginnen in Ecodorp Boekel. Er is ruimte voor circa 100 personen en er zijn ook enkele mantelzorgwoningen. Een ecodorp is een gemeenschap die zowel op ecologisch, sociaal als economisch gebied duurzaam en toekomstgericht bezig wil zijn. “In Boekel hebben we daarom ook heel bewust gekeken hoe we huizen kunnen bouwen die bestand zijn tegen extreme weersomstandigheden als gevolg van klimaatverandering”, vertelt initiatiefnemer en bewoner Ad Vlems. Bij de zonnepanelen die Boekel koos, is de zonnecel aan twee kanten ingesloten door glas. “Die blijven heel bij een heftige hagelbui. In 2016 was er extreme hagel in Zuidoost-Brabant met 1 miljard schade in korte tijd. Dat heeft ons wakker geschud.”
Zelfbouw
Wie het terrein oploopt, ziet meteen dat het dorp nog in aanbouw is. “De houten aftimmering van de huizen in de wooncirkels liep wat vertraging op, maar de meeste bewoners konden eind 2020 al met het interieur van hun huizen aan de slag gaan en hun intrek nemen.” Ecodorp Boekel voert de bouwwerkzaamheden deels zelf uit en laat het deels door Eco+Bouw doen. “Zij zijn gespecialiseerd in ecologisch bouwen en denken met ons mee in het vinden van milieuvriendelijke alternatieven. Wij doen zelf veel voorwerk en maken bijvoorbeeld de noppenvloer klaar voor de vloerverwarming. Verder nemen we het eenvoudige werk voor ons rekening zoals gipsplaten aanbrengen.”
Warmteaccu
Vanaf de jaren zestig zie je overal in de wereld ecodorpen ontstaan. Ecolonie in Frankrijk, Auroville in India, Zegg in Duitsland en Damanhur in Italië kregen wereldwijde bekendheid in de afgelopen jaren. Voor Ecodorp Boekel is Tamera, dat een droog terrein in een waterrijk gebied veranderde, een voorbeeld. “Qua duurzame ambitie lijken we straks hopelijk op dit Portugese ecodorp.” Aan ambitie ontbreekt het de zelfbouwers in Boekel niet. “In ons ecodorp willen we niet op één vlak, maar op zo veel mogelijk vlakken ecologisch verantwoord bezig zijn”, vertelt Ad. De bewoners wilden een eigen riolering en hebben die gerealiseerd. Een gasaansluiting vonden zij niet passen bij hun ecologische visie. Ze besloten zelfs helemaal geen fossiele brandstoffen te tolereren en installeerden een CESAR-warmteaccu met edelmetaalslak. Deze zorgt voor warmte voor de vloerverwarming in de huizen. Er is een systeem van buizen aangelegd waardoor het warme en koude water kan stromen. “Het is de eerste keer dat dit in een wijk wordt gebruikt. We zijn pionier op dit gebied en kregen er ook een subsidie voor. Daar zijn we blij mee, want het is een grote investering.”
Regenwater
Vlakbij de accu liggen de rietbedden en wilgenbedden die het water voor de bewoners filteren. “Eerst gaan de medicijnresten eruit. Op deze wijze kunnen we 9.000 liter per dag zuiveren aan afvalwater. Een deel van dit water verdampt of zakt in de bodem.” Voor de wc’s, douches en wasmachines gebruiken de Brabanders regenwater dat via de regenpijpen in ondergrondse tanks belandt en opgepompt wordt en zo naar bijvoorbeeld de wasmachines leidt. Dit zachte water geeft minder kalkaanslag in de machines. Eigen drinkwater filteren vonden ze niet nodig en te kostbaar. “Brabant Water heeft goed drinkwater dat opgepompt wordt van 600 meter diepte. Het is 2.000 jaar oud en komt nog uit de tijd dat Jezus op aarde leefde. Echt, het is het regenwater uit de eerste eeuw.”
Biobased
Volgens Vlems heeft het bouwen met organische materialen de toekomst. Bouwexperts van TNO beamen dat. Dit onderzoeksbureau claimt dat het gebruik van organische materialen (biobased materials) een oplossing is voor het moeilijk kunnen halen van de klimaatdoelstellingen in de bouwsector. TNO vermeldt in zijn publicaties op tno.nl ook dat organische materialen steeds vaker als vervanging van staal en beton gebruikt worden. Het bureau werkt samen met marktpartijen in een speciaal hiervoor ingericht innovatieprogramma dat Biobased Bouwversneller heet en het gebruik van hout en andere natuurlijke materialen voor de bouw onderzoekt. Het programma wil de bouwsector verbeteren, versnellen en verduurzamen. TNO-woordvoerster dr. ir. Machteld de Kroon legt uit: “Als het gaat om woning- en utiliteitsbouw zetten we in op energieneutrale of zelfs energieproducerende gebouwen, zonder in te leveren op aspecten als comfort, veiligheid, kwaliteit en betaalbaarheid. We dragen daarnaast bij aan een duurzame economie door te innoveren op het gebied van circulaire bouwmaterialen.”
Glasschuim
Bij Ecodorp Boekel zijn de huizen vanaf de betonlaag puur met organisch materiaal gebouwd. “De muren zijn van hout, hennep en kalk. Voor het fundament is glasschuim gebruikt.” In de wanden zit isolatiemateriaal van Métisse dat de warmte goed vasthoudt, geluid dempt en van oude spijkerbroeken wordt gemaakt. “Glasschuim is een afvalproduct van glas dat in Boekel als isolatielaag onder de woningen ligt. Het wordt hiervoor opgeschuimd zodat er luchtbellen in komen die goed isoleren.” Boekel gebruikt duurzaam beton. Standaard beton bestaat uit water, grind, zand en cement. Bij de productie van 1 kilo cement komt circa 1 kilo CO2 vrij. De CO2-uitstoot van cement speelt een grote rol in het totaal aantal broeikasgassen dat wereldwijd uitgestoten wordt. Aan duurzaam beton is minder cement toegevoegd of het cement is vervangen door een ander bindmiddel. In Boekel gebruiken ze in plaats van cement Ramac Geopolymeer dat 100 procent circulair is. Het ecodorp heeft hiermee een primeur. Het geopolymeer dat Boekel gebruikt, is gemaakt van zand en grind dat uit schoongemaakt asfalt is gehaald.
Voedselbos
Ad geeft de varkens wat gras. Hun modderpoel ligt vlakbij het voedselbos en de tuinen. “We hebben niet alleen gekeken naar duurzaam wonen, maar ook naar duurzaam eten. Bij het ecodorp hoort 0,7 hectare aan grond waarmee we in 60 procent van onze voedselbehoefte kunnen voorzien. We hebben bijvoorbeeld pompoenen, frambozen en allerlei soorten noten- en fruitbomen. Er is een grote diversiteit. Met honderden verschillende gewassen ben je minder kwetsbaar. Bij een monocultuur kan een plaag zich beter verspreiden.” Boekel heeft zandgrond. “We strooiden er lavagruis op om de grond te verbeteren. Hier stonden vroeger boerderijen die veel bestrijdingsmiddelen gebruikten. Er was zo vaak gespoten dat er geen worm meer in de grond zat. We zijn bij een wormenboer langs gegaan en krijgen wormencompost met eitjes.” De tuingroep gebruikt ook compost met paardenmest. Ad, mijmerend: “Vroeger was nergens zo’n grote biodiversiteit als op de boerderij. De monocultuur veranderde dat. Ook kunstmest en bestrijdingsmiddelen zorgden dat de biodiversiteit verdween. Nu gaan we de verbinding met de ecologische hoofdstructuur herstellen. De ecologische hoofdstructuur is een netwerk van natuurgebieden. We willen tien dierensoorten die het moeilijk hebben in Nederland beschermen, zoals de gewone dwergvleermuis en rosse metselbij.” Op het gebied waar Ecodorp Boekel ligt zouden dure woningen komen, maar de gemeente Boekel kon die niet realiseren tijdens de crisis van 2008. “De gemeente zocht een out-of-the-box oplossing en kwam ons tegen tijdens een conferentie voor coöperaties in 2012. Het was toen het jaar van de coöperaties. In 2018 konden we de grond kopen en in 2019 begonnen we met de bouwen, een aantal woningen is in 2020 opgeleverd en de rest in 2021. We hebben huurwoningen van 53 m2 en 83 m2. Veel is prefab vervaardigd, zodat er minder woon-werkverkeer is van bouwvakkers. Dat is voor de ecologische voetafdruk beter.” •