In gesprek met veiligheidsdeskundige Patrick Wouters
In elke branche kleven er risico’s aan het uitvoeren van werkzaamheden, maar in de bouw zijn die beduidend groter. De gedreven Patrick Wouters probeert vanuit zijn functie als veiligheidskundige de veiligheid in onder andere deze sector te maximaliseren. Sinds tweeënhalf jaar verbindt hij zichzelf als zelfstandig ondernemer onder de naam Veiligheidslieden aan kort- en langlopende projecten. Vol passie vertelt hij over wat hij zoal doet.
Tekst: Michelle van der Harst
De taak van een veiligheidskundige
Een veiligheids(des)kundige bekijkt of de werkomstandigheden voldoende veilig zijn, en vooral welke onveiligheid erin schuilt. Patrick geeft concrete voorbeelden van vraagstukken waarvoor hij benaderd wordt: “Misschien wil een bouwbedrijf een bepaald certificaat behalen, wil het maatregelen nemen na een incident, een BHV-plan laten opstellen, of de RI&E (Risico-inventarisatie en -evaluatie) actualiseren. Zo’n RI&E dient bijna elk bedrijf te hebben: bestaande risico’s moeten worden opgeschreven en beoordeeld. Aan het bouwen van een huis bijvoorbeeld, zijn in verschillende fasen risico’s verbonden.”
Verschillende fasen
Die verschillende fasen zijn die van de aanbesteding, het ontwerp, de voorbereiding, de uitvoering en het beheer en onderhoud. “Stel, we gaan een huis bouwen. Dan mag het dak niet instorten en mogen de bewoners niet door de vloer zakken. In de aanbestedingsfase is de vraag hoe het bouwproject veilig kan worden uitgevoerd. Daarna gaan we de ontwerpfase in, waarin een veiligheidsadviseur van de opdrachtgever in contact komt met een externe adviseur zoals ik. We gaan kijken welke risico’s er nog schuilen in het ontwerp wanneer het gebouwd wordt enerzijds, en wanneer het gereed is anderzijds. In de ontwerpfase is het deels aan mij om de onveiligheid te zien, zodat dit kan worden meegenomen in de uitvoeringsfase. Dat doe ik op basis van mijn eigen ervaring en gesprekken met betrokkenen.”
De kunst van het vragen stellen
Hoewel bij alle projecten uiteindelijk gekeken wordt naar de onveiligheid van een activiteit, heeft elk project ook specifieke vereisten. Als Patrick op een voor hem geheel nieuw project zit, leest hij zich zo goed mogelijk in. Soms door normen te bestellen, waarin voor allerlei typen werkzaamheden de Nederlandse spelregels staan. Daarnaast interviewt hij mensen over de activiteiten die worden uitgevoerd. “De grote kunst zit hem in de juiste vragen stellen aan bijvoorbeeld de uitvoerder en werkvoorbereider. Het doel is om hen de risico’s te laten inzien, zodat ze die kunnen indammen. Zij weten bijvoorbeeld wat er in een vorig project is gebeurd en kunnen de technische aspecten beter naar onveiligheid vertalen dan ik. We hebben allemaal hetzelfde doel: dat iedereen aan het eind van de dag weer veilig thuiskomt.”
Volledig veilig
“Hoewel je qua veiligheid geen compromissen mag sluiten, zijn er wel risico’s die je als acceptabel kunt beschouwen. Als je 0% risico wilt lopen, ga je namelijk nooit iets bouwen. Het verstuiken van een enkel kun je bijvoorbeeld niet in alle gevallen voorkomen. Een bepaalde mate van onzekerheid hoort erbij, maar de opdrachtgever moet bepalen welke risico’s hij accepteert. Voor die andere worden maatregelen genomen.” Op de vraag of hij die zelf voorschrijft, antwoordt Patrick: “Wat ik met name doe, is faciliteren, beoordelen of adviseren. Als ik op een locatie rondloop en iemand op grote hoogte zie werken in onveilige omstandigheden, adviseer ik stellig om direct maatregelen te nemen en bijvoorbeeld een leuning te creëren.” Soms is er juist al een ongeval gebeurd als de veiligheidsadviseur wordt ingeschakeld. Patrick geeft een voorbeeld: “Laatst was bij een bedrijf iemand ten val gekomen. Ik moet dan kijken hoe en waarom dat gebeurd is. Een ladder bleek niet goed op de juiste plek bevestigd te kunnen worden, omdat er een kabelgoot in de weg zat. Dan zeg ik: ‘Het maakt me niet uit hoe, al leg je die kabelgoot over het plafond, maar die moet daar weg voordat er wordt verder gewerkt’. Wat ik leer van een incident op de ene locatie, vertaal ik naar de checklist van een andere locatie. Daar moet dan ook weer een check worden uitgevoerd, om hetzelfde gevaar te voorkomen.”
Een veiligheidskundige inhuren
Hoewel voornamelijk grote organisaties met interimveiligheidsdeskundigen werken, kan elk bedrijf er één inhuren. “In het mkb zal vaak een eigen medewerker zich fulltime bezighouden met veiligheid, maar bedrijven met 10 à 15 werknemers kunnen wel tijdelijk of op oproepbasis een veiligheidsadviseur in dienst nemen. Zij willen bijvoorbeeld een RI&E of een VCA-certificaat (Veiligheid Checklist Aannemers) en ik kan ze daaraan helpen. Op dit moment zet ik mezelf nog zoveel mogelijk als generalist in; voor de specialistische taken schuif ik een collega-veiligheidskundige naar voren.” De eigenaar van Veiligheidslieden schoolt zichzelf ondertussen ook continu bij. “Na de studie Integrale Veiligheidskunde ben ik voor de praktijkpapiertjes MVK (Middelbare Veiligheidskunde) en MAH (Middelbare Arbeidshygiëne) gegaan en nu ben ik bezig met HVK (Hogere Veiligheidskunde). Wanneer ik van een specifiek thema meer wil weten, volg ik een cursus, zoals de NEN-auditortraining voor de Veiligheidsladder.”
Persoonlijke voorkeur
Patrick werkt zelf vooral in de voorbereidings- en uitvoeringsfase van een bouwproject. Zijn netwerk, dat mede bestaat uit mensen die hij nog kent uit de tijd dat hij in loondienst was, helpt hem daarbij. Voorkeur voor een soort project heeft hij eigenlijk niet. “De afwisseling vind ik fijn. En het belangrijkste is dat het klikt met het team waarvoor ik werk. Als ik me als één van hen kan voortbewegen en open en transparant advies kan geven, maakt het me niet uit wat voor project ik doe.” En waar, dat maakt deze ondernemer ook niet veel uit, want hij werkt momenteel van Maastricht en Tilburg tot Edam en Bolsward. Betrokken zijn bij meerdere kortere projecten tegelijkertijd vindt de veiligheidskundige prettig, omdat hij nog in de beginfase van zijn bedrijf zit. “Zo kan ik op meer vlakken ervaring opdoen, mijn netwerk uitbreiden en referenties opbouwen.”